VNCW start project om de voor- en nadelen van waterstof in het vervoer onder de aandacht te brengen

Waterstof staat volop in de belangstelling. Als potentiële nieuwe of alternatieve energiebron zijn de verwachtingen hooggespannen. Wat is waterstof eigenlijk en wat betekent het voor een samenleving om ‘om te schakelen’ op waterstof? Branchevereniging VNCW zal hierover een best practice opstellen en op brede schaal communiceren over de voor- en nadelen bij toepassing binnen de keten. In het onderzoek wordt gekeken naar de gevaren van het transport van gevaarlijke stoffen terwijl er op waterstof wordt gereden, het wegnemen van weerstanden en toepassings- en veiligheidsaspecten. Hiermee streeft de vereniging een breed draagvlak voor waterstof op de lange duur na. Met de verduidelijking van de toepassing en veiligheidsaspecten wordt naast de verbetering van de veiligheid binnen de hele keten een significante bijdrage aan de klimaatdoelen geleverd.

Waterstof wordt vaak een ‘schone’ brandstof genoemd. Het is als gas het meest voorkomende element in het universum en het is ook het meest voorkomende element in de atmosfeer van de aarde. De gevaren van waterstofgas zijn echter niet algemeen bekend. Waterstofgas is ontvlambaar, zeer explosief en kan een giftig en corrosief effect op het lichaam hebben. Het is raadzaam om de risico’s en de voordelen duidelijk in kaart te brengen en gecommuniceerd te hebben, voordat de brandstof op brede schaal toegepast gaat worden. De branchevereniging voor de chemische logistiek zal hierom samen met TNO en een aantal bedrijven uit de keten de best practice opstellen. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door de Nederlandse overheid in het kader van de SVO-regeling.

Het project begint met een praktische studie waarin het speelveld in kaart gebracht wordt, de significante hoofdrolspelers (industrie, onderzoekscentra, producenten en logistiek) geduid worden en in samenhang zullen worden beschreven. Het is geen chemische verhandeling en ook geen (beleids)advies, maar een brede verkenning om de huidige stand van zaken begrijpelijk en inzichtelijk te maken. Hoe zit het met de opslag, de distributie, het transport en niet te vergeten de veiligheid? Wat moet er aangepast worden? Hoe ziet een waterstof-samenleving eruit? Er zijn inmiddels legio initiatieven en organisaties die zich bezighouden met dit thema. De bedoeling van dit initiatief is om waterstof te benaderen vanuit een veiligheidsperspectief. Wat zijn de gevolgen van een mogelijke transitie op de omgevingsveiligheid? Wat kan er misgaan? En wat als het mis gaat? Deze studie is bedoeld om structuur en samenhang aan te brengen en tegelijk de toepassing binnen de chemische keten te onderzoeken.

De studie wordt afgesloten met een praktijktoetsing door de chemische logistiek als voorbeeld te nemen en de veiligheidsaspecten van waterstof bij toepassing in kaart te brengen. In deze fase van het project wordt een best practice voor het vervoer gevaarlijke stoffen opgesteld. De best practice zal op brede schaal gecommuniceerd worden binnen de hele keten.

 

Chemische keten heeft behoefte aan nauwere samenwerking

‘Er is binnen de chemische keten behoefte aan meer samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid en bedrijven onderling’. De branchevereniging voor de chemische logistiek VNCW doet een noodoproep op tot meer samenwerking nadat wederom een miljardeninvestering in de Chemische industrie naar Antwerpen gaat.

‘Terwijl we het in Nederland vooral hebben over duurzaamheid, transparantie en veiligheid worden de investeringen net over de grens gedaan’ aldus Luciën Govaert, Voorzitter van de VNCW.  ‘het is heel goed om het over deze thema’s te hebben, maar wanneer de bedrijvigheid zich vervolgens over de grens vestigt dan gaat er toch  iets grondig mis’.

Vorige week besloot opnieuw een chemisch bedrijf, INEOS, voor Antwerpen te gaan. Een mega-investering van 3 miljard euro, goed voor 400 directe banen en meer dan 2000 indirecte banen. De investering is de grootste in de Europese chemie-industrie in 20 jaar en is de zoveelste in korte tijd in de Vlaamse haven. Naast werkgelegenheid zorgt de industrie voor grondstoffen voor producten die hun weg vervolgens naar andere sectoren vinden. Dit soort grote  bedrijven trekken weer andere bedrijven aan die bijvoorbeeld in de handel zitten, logistiek of andere verwerkende industrie.

Oproep concurrentiepositie Nederlandse chemische keten te versterken.

De voorzitter: ‘ Er is behoefte aan meer samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven en bedrijven onderling. Te vaak constateer ik dat partijen tegen over elkaar staan. Dat is een vreemde benadering van het bedrijfsleven. Als ik veiligheid als voorbeeld neem dan constateer ik dat bijna iedereen wil, net zoals de toezichthouders, dat het veilig is bij het bedrijf. De belangen van de verschillende partijen wijken vaak niet ver van elkaar af. De overheid komt bij veel bedrijven op visite en ziet veel. Door bedrijven te wijzen op goede praktijken is er al veel gewonnen’. De branchevereniging zal in 2019 zich er in ieder geval voor gaan inzetten om de bedrijven binnen de keten nader tot elkaar te brengen en de onderlinge band te verstevigen. Maar daarnaast doet zij een concrete oproep aan de overheid zich eveneens sterk te maken om de concurrentiepositie van de Nederlandse chemische keten te verbeteren.

Leerzame Meetup bij Gondrand Traffic

Op 7 December vond bij de nieuwe locatie van Gondrand Traffic in Klundert de tweede Safetymeeting / cursus plaats met als thema ‘Bouwen aan brandveilig logistiek’met als subtitel ‘brandveilige PGS15 opslagen’.  De door de branchevereniging VNCW georganiseerde cursus werd een leerzame ervaring waar de deelnemers en de organisatie met tevredenheid op terug kijken.


Het programma dat in de ontwikkeling mede gefinancierd werd door de overheid gaf een mooi overzicht van alle aspecten die bij het bouwen van logistieke ruimten van belang zijn. Directeur en voorzitter van de VNCW verzorgde de aftrap met een inleiding met de beginselen van het Bouwbesluit en een kijk op het overnemen van bestaande locaties. Paul Küppers volgde met de wet- en regelgeving rondom het bouwproces en vergunningverlening. Raymond van Delden presenteerde de uitdagingen rondom het bouwen van nieuwe magazijnen. Pieter Bikker ging in zijn lezing in op de verschillende blusinstallaties met specifieke aandacht voor de verschillen tussen inerte gasblussing en CO2 gasblussing. Machiel Faeseler sloot af met een lezing over de uitgangspunten voor kleine opslagkasten en kluizen. Een vol programma, maar ook vooral een goed totaaloverzicht. De Meetup werd bovendien goed bezocht door een mooie mix van opslaghouders en toeleveranciers.

Doordat de meeting georganiseerd werd op de nieuwe locatie van Gondrand kon na afloop van de lezingen de theorie gelijk in de praktijk bekeken worden. Doordat het bedrijf daarbij niet alleen de laatste stand der techniek toegepast heeft, maar ook nog veel extra technieken toegepast heeft waren er veel nieuwste snufjes te bewonderen.

Het programma wordt op dit moment omgezet in een E-learning cursus, zodat de kennis ook op de lange termijn beschikbaar blijft en regelmatig geupdate wordt. Deze nieuwe cursus binnen het aanbod van VNCW College begin februari 2019 beschikbaar zijn.

De ideale mix van theorie en praktijk stimuleert de VNCW in ieder geval om ook in het nieuwe jaar meer meetings op locatie te gaan verzorgen. Ook daarin zal de samenwerking met bedrijven en de overheid opgezocht worden.

 

Succesvolle afsluiting BBS Warehousing traject bij Farmusol

Nadat er in 2017 onder leiding van de VNCW en een aantal leden een Best practice ‘Behavior based Safety Warehousing’ werd opgesteld volgde in 2018 de praktijktest bij Farmusol (Immori). Een bedrijf dat bezig houdt met de opslag van gevaarlijke stoffen en waarbij ‘veiligheid’ een belangrijke rol in de dagelijkse praktijk is. Vlak voor de kerst volgde de afsluiting van het project en evaluatie.

Verschillende middelen werden in het traject ingezet om de veiligheid op de werkvloer te vergroten. Na de beginpresentatie, waarbij onder meer het belang van het bestuderen en bijsturen van gedragingen behandeld werden en ook ondersteunende tools opgestart werden, ging het project van start.

Uit de afgenomen interviews en evaluatie blijkt dat er in de communicatie tussen leidinggevende en medewerkers uitdagingen liggen, maar dat deze niet onoverkomelijk zijn. Je zelf aan afspraken houden en niet terugvallen in oude gewoontes zijn belangrijke uitgangspunten. Maar ook het elkaar aanspreken op gedragingen is belangrijk en tegelijkertijd lastig. Door iemand uit de groep te halen en één op één het gesprek aan te gaan kunnen oncomfortabele gesprekken aangegaan worden.

Eén van de ondersteunende tools in het traject was het opstarten van toolboxmeetings. Doel was het gesprek met elkaar te bevorderen. Wekelijks korte gesprekken van hooguit een kwartier met ‘veiligheid op de werkvloer’ als hoofdonderwerp. De toolboxmeetings werden zeer gewaardeerd. ‘Het is juist heel fijn om het gesprek aan te gaan’ werd er in de evaluatie aangegeven door één van de leidinggevenden. Aangegeven wordt dat het zeker gedurende de eerste meetings lastig was om het bij 10 minuten te houden. Zo werd aangegeven dat de eerste meeting wel een uur duurde. Als het ware zijn er veel onderwerpen ‘in te halen’. Geadviseerd wordt de tijdsoverschrijding in de eerste weken toe te laten, maar het over een paar weken te limiteren tot de 10 minuten. Dat kan door bijvoorbeeld een stopwatch of kookwekker bij het gesprek te houden. Dat zorgt er voor dat iedereen kan zien dat er echt een eind aan het gesprek komt en dat men geen zijwegen in het gesprek kan toestaan.

Ook werd het instellen van een What’s app groep ‘BBS Warehousing’ als tool zeer gewaardeerd. Deelnemers aan het project hadden zich aangesloten bij de groep en ontvingen gedurende de projectweken verschillende berichten met ‘veiligheid’ als thema. In de evaluatie werd gevraagd wat de frequentie, het ideale aantal berichten, zou moeten zijn. Het versturen van teveel berichten zorgt er vaak voor dat er niet meer gelezen wordt, hetgeen je merkt aan je eigen emailbox.

In de evaluatie werd de vraag gesteld hoe je een lastig onderwerp zoals ‘veiligheid’ levendig moet houden. Het is belangrijk dat de informatie die gedeeld wordt informatief is. De geplaatste berichten in de What’s app group in de afgelopen weken werden als positief ervaren. Zo werd informatie gedeeld over de plaats waar (Externe) chauffeurs tijdens het laden en lossen mogen staan en dat ze niet het magazijn in mogen lopen op eigen gelegenheid. Maar ook andere zaken zoals het melden van onveilige situaties, de snelheid waarmee er gereden wordt of het inplannen van een oefening met een gevaarlijke stof zijn onderwerpen die ter sprake kunnen komen. Het is vooral belangrijk dat de berichten afwisselend zijn. Zo werd er een filmpje van een instortende stelling gedeeld. Juist spraakmakende filmpjes afwisselen met informatie zorgt voor blijvende aandacht.

In de evaluatie werd aan de hand van een enquête vooraf en achteraf gemeten in hoeverre er sprake was van een wijziging. Aangegeven werd dat door het inzetten van het BBS Warehousing er meer aandacht voor veiligheid op de werkvloer gekomen was. Hetgeen met een 7,5 gemiddeld gewaardeerd werd. Met name het aanspreken van collega’s op onveilig gedrag kreeg met een 8,2 een goede waardering. Aan het begin van het traject werd dezelfde vraag gesteld hetgeen een 5,6 opleverde. Een flinke vooruitgang.

Het BBS Warehousing traject dat bij Farmusol (Immori)  ingezet werd is als zeer positief ervaren.  Het bedrijf wil de ingeslagen weg ook op de lange duur voortzetten. Met de toolboxmeetings wil men zeker door gaan. Ze werden als zeer positief ervaren.  En ook met het meten van de cultuur wil het bedrijf door gaan. Op welke wijze daaraan invulling gegeven zal worden wordt nog bekeken. Kortom; een mooi en succesvol traject waar met tevredenheid op terug gekeken wordt.

VNCW: De oprichters van 10 jaar geleden

Op 11 September 2008 werd in Arnhem de Vereniging Nederlandse Chemische Warehousingbedrijven (VNCW) opgericht, de uiteindelijke branchevereniging voor chemische logistiek. De vereniging werd opgericht door Thijs Rutten, Floris Rhemrev en Luciën Govaert. Hieronder volgt een interview met de oprichters: (bijna) 10 jaar later.

Thijs Rutten

‘Op 1 februari 2007 werd ik algemeen directeur van Te Winkel & Oomes BV, een van de grotere spelers in Nederland op het gebied van opslag en distributie van verpakte gevaarlijke stoffen. Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen bleek een heel specifiek vakgebied, een niche waarin de aanbieders weliswaar met dezelfde uitdagingen te maken hadden, echter deze specialisten hadden hun krachten/kennis/stem nog niet gebundeld in een eigen vereniging, dit in tegenstelling trouwens tot de producenten (VNCI) en de handelaren (VHCP) van chemische producten. Een aantal van deze opslagbedrijven was weliswaar ook lid van de VHCP, echter het was duidelijk dat de meerderheid van de leden, de handelaren dus, met totaal andere uitdagingen zaten dan de opslagbedrijven. Om “ons soort bedrijven” toch dat podium en aandacht voor ‘onze uitdagingen” te geven heb ik besloten om, tezamen met Lucien Govaert en Floris Rhemrev (van Farmusol) de VNCW op te richten.’

Meteen na de oprichting heb ik tegen Lucien Govaert, die toentertijd als SHQE-manager ook bij Te Winkel & Oomes werkzaam was gezegd, dat ik mij maximaal wilde inzetten voor de VNCW, echter dat ik dat, in tegenstelling tot Lucien op de achtergrond zou gaan doen, dus niet in een bestuursfunctie. De reden hiervoor was dat 2 van de 3 oprichters bij hetzelfde bedrijf werkte. De VNCW hadden we opgericht voor alle bedrijven, die zelf gevaarlijke stoffen opsloegen en ik wilde kost wat kost voorkomen dat, ten onrechte, de indruk zou ontstaan dat de VNCW was opgericht als slechts een vehikel voor Te Winkel & Oomes en Farmusol. Te Winkel & Oomes (inmiddels omgedoopt tot TWO Chemical Logistics) was t/m medio 2013 onderdeel van de Emons Group. Binnen de directie van Emons was intussen het besluit genomen dat TWO, vanwege strategische redenen, verkocht zou worden (Emons was immers meer een transportbedrijf dan een opslagbedrijf). Deze verkoop aan Broekman vond uiteindelijk in juli 2013 plaats. Zelf ben ik toen bij Emons gebleven en werd ik de CEO van het resterende deel van de groep.

Ik kijk nog altijd met heel veel plezier terug naar de 6,5jaar die ik als eindverantwoordelijke van TWO heb mogen opereren. Met name naar alle heisa, die in 2011 na de ramp bij Chemiepack ontstond. Opeens werden velen van ons soort bedrijven beschuldigd van allerlei overtredingen, ook wijzelf. En velen van die beschuldigingen waren nergens op gebaseerd, sterker nog: volstrekt onjuist. Het Bevoegd Gezag, de omwonenden, milieu verenigingen en last-but-surely-not-least de pers succesvol overtuigen van onze goede bedoelingen en het feit dat je als expert weet wat je doet en dat veiligheid te allen tijde voorop staat heb ik zelf ervaren als een van de mooiste periodes uit mijn ruim 30 jaar werkervaring. De VNCW speelde in die periode als spreekbuis van de opslagbedrijven een cruciale rol.

Zoals aangegeven ben ik in 2013 na de verkoop van TWO aan Broekman als enige werknemer niet mee overgegaan, maar bij Emons gebleven. Ik werd daar de CEO van de resterende 4 divisies. Helaas was er een verschil van inzicht met de eigenaar over het te voeren beleid en zijn wij uiteindelijk toch uit elkaar gegaan. Na een korte interim opdracht, ben ik nu werkzaam als verantwoordelijk directeur Benelux bij een logistieke dienstverlener, die weliswaar veel verpakte gevaarlijke stoffen vervoert, maar (helaas) nauwelijks opslaat. Linkedin

Luciën Govaert

‘Als SHQE manager bij het voormalig Te Winkel & Oomes (TWO) werd ik dagelijks geconfronteerd met de problemen waar de chemie logistiek mee te maken had. Zeker in die jaren waren er maar weinig adviesbureaus met verstand van zaken en werden we niet echt vertegenwoordigd door een branchevereniging. Wet – en regelgeving en zeker normen wijzigden regelmatig en we werden hiermee bezig gehouden, zonder dat er direct een antwoord beschikbaar was. Veel bedrijven in de branche waren zo ieder voor zich op zoek naar antwoorden. Dat leidde er uiteindelijk toe dat Thijs, Floris en ikzelf het idee opvatte een vereniging voor chemische opslag op te richten. En vanaf de oprichting was het een doorslaand succes. Met de oprichting van de vereniging werd ik aangewezen als Voorzitter en dat ben ik nu dus zo’n 10 jaar. Een functie die van tijd tot tijd veel gevraagd heeft, maar door de vele successen mij ook veel gebracht heeft.

Gevaarlijke stoffen spelen al vele jaren een rol in mijn leven. Naast mijn functie bij Te Winkel & Oomes had ik al een bedrijf opgericht met de naam SafetyNet Nederland. Dit bedrijf richtte en richt zich met name op WABO milieuvergunningen, ADR veiligheidsadvies en PS15 opslag. Met de groei van dit bedrijf en de groei van de vereniging heb ik de dan nog part time functie van TWO uiteindelijk opgezegd. Later kwam daar nog de adviesdiensten vanuit het praktijkbureau van VNCW Consultants bij. ‘

De kennis uit zijn adviezen en audits weet hij nu in te zetten voor zijn functie van Voorzitter en directeur van de vereniging. Tevens is hij (bestuurs)lid van diverse commissies en stichtingen. Zo schreef hij mee aan de PGS15, PGS14 en PGS6 en is hij bestuurslid van Stichting Veiligheid voorop. De functie van belangenbehartiger en die van adviseur weet hij strikt te scheiden. Echter staat de veiligheid in de keten bij hem altijd voorop en dat is ook de boodschap die hij voortdurend uitdraagt.  Linkedin

Floris Rhemrev

De aanleiding om de vereniging op te richten was het feit dat de bestaande branche vertegenwoordigers niet bij onze business paste. De vertegenwoordigers van de chemische industrie zijn vooral georiënteerd op de  procesindustrie en grote chemische bedrijven en de logistieke branche is te algemeen georiënteerd en mist de specifieke kennis ten aanzien van de opslag en handling van gevaarlijke stoffen. Door het opzetten van een specifieke vereniging worden onze belangen veel beter behartigd.

Ik ben de eerste drie jaar betrokken geweest in het bestuur van de VNCW. De branche was in die tijd bezig om een enorme inhaalslag te maken ten opzichte van de chemische industrie, steeds meer informeel ingerichte bedrijven zijn formeler geworden. Deze ontwikkeling was bij de bedrijven en de overheidsdiensten te zien, deze professionalisering wordt steeds verder doorgetrokken

Als het gaat om veranderingen met betrekking tot het onderwerp gevaarlijke stoffen en veiligheid dan zie ik dat de aandacht ervoor sterk is toegenomen. De kennis van alle betrokken partijen de keten als geheel is sterk verbeterd door bundeling van kennis en expertise. Steeds meer opdrachtgevers nemen ook de verantwoordelijkheid en kiezen er voor om samen te werken met de specialisten voor opslag en transport van gevaarlijke stoffen. Doordat deze kennis verder toeneemt zullen meer en meer taken van de klanten kunnen worden overgenomen door de specialisten en neemt de toegevoegde waarde en veiligheid sterk toe hetgeen de continuïteit garandeert en de enorme investeringen kan rechtvaardigen.

De vereniging moet de ingezette koers voortzetten, het delen van kennis, het vertegenwoordigen van de branche naar overheidsdiensten en het creëren van een netwerk van specialisten. Samen sta je sterk en is niet iedereen zelf het wiel aan het uitvinden. Ultieme doel zou wat mij betreft zijn om een standaard veiligheidsbeheerssysteem te ontwikkelen waar de gehele branche mee zou kunnen werken afgestemd op de behoefte van bevoegd gezag en de bedrijven. Hierdoor zijn trends en ontwikkelingen op veiligheidsgebied over de gehele branche beter te monitoren en maatregelen effectiever in te zetten omdat bedrijven met elkaar vergeleken kunnen worden.  Linkedin

Ook geinteresseerd in de activiteiten van de vereniging? wordt lid of kom naar de ketendag van de chemie: Chemiebeurs.

Artikel vertaald uit het Engels / VNCW glossy

Leden VNCW delen en leren van elkaar tijdens Safety Meeting

E-learning Cursus Gevaarlijke stoffen in opslag (PGS15)

Op 14 Maart vond de eerste Safety meeting voor VNCW leden plaats. Doelstelling was om over onderwerpen met elkaar van gedachte te wisselen om zo van elkaar te leren. De deelnemers hadden vooraf verschillende onderwerpen ingebracht die één voor één ter sprake kwamen. Door de opzet van de meeting met alleen leden voelden de deelnemers zich op hun gemak en vrij om zaken te bespreken.

Tijdens de Safety Meeting werden de volgende vragen/opmerkingen besproken:

  • (landelijke) uniforme beoordeling en aantoonbaarheid gelijkwaardigheid binnen de PGS15
  • Hoe beoordelen de BRZO bedrijven of hun huisvesting aan de PGS15 voldoet?
  • Sprinklerinstallatie i.r.t. IBC’s
  • Installatiescenario’s, wijze van beoordeling risico’s, LOD, ervaringen met inspecties van verschillende veiligheidsregios
  • Brandwerendheid, Bouwbesluit versus PGS15, wind en sneeuwlasten (statische berekeningen)
  • toegangscontrole
  • Eisen aan checken watertank welke binnen opgeslagen staat? Hoe om te gaan met buitenlandse medewerkers? Hoe om te gaan met brandbare vloeistoffen van de categorie IIIA en IIIB?
  • opslag CMR stoffen
  • Aging met relatie tot PGS 15 opslagen

Uit de rondgang bleek dat men de bijeenkomst als prettig had ervaren en het belang van kennisdelen werd onderstreept.  Tevens werd geconcludeerd dat de Safety Meeting voor herhaling vatbaar is. Het voorstel is om de Safety Meeting jaarlijks in het voorjaar te houden en mogelijk zelfs ook in andere regio’s.

Bon: M.P.C. van Ginkel-van Maren / Organisatiecoach

Leerzame Chemiebeurs over prestaties en indicatoren.

Maar liefst 175 deelnemers kende de zevende editie van de Chemiebeurs in het Van der Valkhotel in Dordrecht op 30 september 2015. De dag stond in het teken van het thema ‘Prestaties en indicatoren in de chemische sector’ en had een feestelijk tintje, want op deze dag werd de overeenkomst tussen het VNCW en Veiligheid Voorop ondertekend. “Een belangrijk moment”, zo benadrukte VNCW-voorzitter Lucien Govaert, “het tekenen van deze overeenkomst is een impuls om als ketenpartner onze leden te stimuleren veiligheid te meten. Het meten van prestaties wordt steeds belangrijker, je moet kunnen aantonen dat een beschermingsmaatregel tot een risicoreductie leidt.” Hoe je dat doet, kwam in de diverse presentaties uitgebreid aan bod.

Genserik Reniers (hoogleraar aan TU Delft, Universiteit van Antwerpen en KU Leuven) beet het spits af met zijn presentatie over het omgaan met risico’s en onzekerheid. Wat is nu specifiek het risico in de chemische industrie? Reniers: “Specifiek voor deze industrie is, dat er sprake is van ‘High Impact Low Probability’: de kans dat een ongeval of incident zich voordoet is zeldzaam, maar de gevolgen zijn groot. Doordat incidenten zeldzaam zijn, is er echter vaak sprake van zelfgenoegzaamheid vanuit de gedachte ‘Het is al jaren niet gebeurd, dus het zal nu ook niet gebeuren’, maar kansen en gevolgen zijn moeilijk te schatten, kijk maar naar de ongevallen in Seveso, Bhopal, Chernobyl of Fukushima. Er zijn grote investeringen vereist die hopelijk nooit hoeven te werken. Dat die toch nodig zijn, heeft te maken met je ‘license to operate’.”

De volgende spreker Willem Scheepers wist naadloos aan te sluiten op de eerste presentatie. Scheepers: “Reniers noemde commitment en communicatie. Dat zijn de soft skills, waarin Investors in People valt. Daarbij onderscheiden we 39 indicatoren die ingaan op vragen als ‘Ken je de strategie van de organisatie?’ en ‘Wat betekent die strategie voor de man op de werkvloer?’ Daar komt het thema veiligheid om de hoek kijken.”

Naast deze sprekers volgden nog diverse anderen zoals Jakko van Kampen, Danny Croese en Jan de Bruin. Een volledig verslag is terug te lezen voor de deelnemers en op de ledensite.

 

Conferentie – Prestaties en indicatoren in de chemische keten op 30 September 2015.

Op 30 September 2015 vindt in Dordrecht het jaarlijkse congres van de VNCW plaats en dit jaar wordt het een absolute must om te komen.

De conferentie van dit jaar heeft als titel Prestaties en indicatoren in de chemische keten en wordt een bijzondere gebeurtenis waarbij het verhogen van prestaties en samenwerken in de keten om de veiligheid te vergroten centraal staan.

Zo zijn er lezingen van Prof. Dr. Ir. Genserik Reniers (TUDelft / Master of Science degree in Chemical Engineering at the Vrije Universiteit Brussel in Brussels, Drs. Jakko van Kampen (TNO) en Martin Schellingerhout en Danny Croese van de DCMR. Daarnaast vindt een speciale gebeurtenis plaats. Tijdens de conferentie kan u daarnaast kiezen uit verschillende workshops. Bovendien wordt twee projecten van de VNCW waaronder Veiligheid voorop en PGS15 check (ga na of u aan de PGS15:2015 voldoet!) tijdens de conferentie gelanceerd en landelijk uitgerold.

Kortom een zeer vol programma maar met voldoende ruimte voor discussie en overleg en bovendien een goede lunch.

 

Opgeven kan via http://www.chemiebeurs.nl/

Nederlandse basiseconomie vraagt om politieke daadkracht.

‘De industrie vormt de motor van de economie en die motor beweegt maar langzaam. In het beleidsplan voor 2015 verwoord bestuursvoorzitter Luciën Govaert van de VNCW, de vereniging voor chemische opslagen de onvrede met de huidige bedrijvigheid ‘Het is hoog tijd voor een integrale aanpak, waarbij de chemische sector, dienstverleners en politiek nauw met elkaar gaan samenwerken. Er zijn positieve ontwikkelingen te bespeuren, maar de werklust is er uit en die moet er weer komen.’

‘Chemiepack en Odfjell hebben een flinke impact gehad op de chemische sector. Vanuit de maatschappij en vanuit de politiek heeft de verontwaardiging een lange nasleep gehad en dat is niet bevorderlijk geweest voor hoe er naar ‘chemie’ gekeken wordt. Gelukkig zijn er geen slachtoffers gevallen. Veiligheid moet nu en de toekomst hoog op de agenda staan en dat staat het. Foutmarges moeten in risicovolle sectoren zo klein mogelijk gehouden worden, maar we mogen niet vergeten dat er overal fouten gemaakt kunnen worden. Als VNCW zijn we bezig een plan op te stellen waarbij we de veiligheid binnen de opslagbedrijven verder kunnen vergroten.’

‘Dienstverlenende sectoren zijn afhankelijk van de industrie als opdrachtgever. Wanneer de industrie uit een stad is vertrokken, dan blijven de banken, accountants, notarissen en de bouwmarkten nog wel een tijdje op de reserves doordraaien, maar feitelijk zijn de moneymakers vertrokken’; aldus de voorzitter. ‘En dat is al een aantal jaren op een landelijk niveau aan de hand. De ideale balans tussen industrie en toeleveranciers is weg. De chemie is er uit. Neem een stad als Deventer waar nadat Akzo Chemicals daar zijn vestiging gaat sluiten ook chemiebedrijf Avantor, voorheen Baker Chemicals, weg gaat. Bedrijven in de chemielogistiek zien dat hun klanten de productie naar Antwerpen verplaatsen, en olieconcern BP zijn opslagterminal in Pernis te koop heeft gezet. Er gaan nu plannen op om de Nieuwe Waterweg uit te diepen, zodat megatankers ook kunnen lossen, terwijl Antwerpen dat allang gedaan heeft. Dat moet een signaal zijn dat je een paar jaar achter loopt op je concurrenten. Afgelopen jaar gaf het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen dat de Amerikaanse oliegigant ExxonMobil meer dan 1 miljard dollar gaat investeren en Total aangaf eerder al aan 1 miljard euro vrij te maken om zijn raffinage- en chemieplatform in Antwerpen te moderniseren. En recentelijk gaf de haven aan binnenkort weer een dergelijke investering te verwachten. Dat geeft aan dat er een actief beleid wordt gevoerd waarbij haven, politiek en industrie weten waar het om gaat: de weg vrij maken voor een actieve industrie, zodat ook de dienstverlenende economie kan floreren. ‘

‘De innovatieagenda’s van de topsectoren zijn een goed initiatief, maar er is vooral een behoefte aan een integrale aanpak en sturing: actief nadenken over de knelpunten in je infrastructuur en actief clusteren en samenbrengen van je basisindustrie en maakindustrie. Nadenken over vestigingsmogelijkheden voor bedrijven. Schrappen van overbodige en verstikkende regelgeving. Nadenken over technologische vernieuwing. Er zijn sectoren waar ondernemers zijn die weten dat de digitalisering van de industrie de kracht van de toekomst betekent. De Factory of the Future in Nijverdal van TenCate, Lely met zijn melkrobots en MOBA, wereldmarktleider op het gebied van robots en machines voor de verwerking van eieren en VDL zijn krachtige voorbeelden hoe het moet. Ook binnen de chemische industrie zijn er veel innovatieve projecten, de vergroening van de chemie, die in de toekomst haar vruchten zullen afwerpen. Op die prachtige voorbeelden alleen kunnen we geen economie draaiende houden. Het wordt tijd voor daadkracht; een integrale aanpak waarbij de politiek haar wil moet tonen.’

En laat ik tot slot ook niet het onderwijs vergeten, aangezien dat bij die integrale aanpak hoort: vernieuwing van het onderwijs. In Zweden leren kinderen op de basisschool al programmeren, in Engeland wordt het vanaf volgend jaar zelfs verplicht en Roemeense kinderen van 15 jaar besteden per week het meeste tijd aan huiswerk van alle Europeanen: vooral aan het vak Science. Wanneer leerlingen in Nederland op de middelbare school geadviseerd wordt, dat ze beter economie kunnen gaan studeren, maar de feitelijke reden is dat er een tekort aan leraren in exacte vakken is dan investeer je niet in de toekomst, maar in werkloosheid. Ik zie inmiddels mooie voorbeelden van scholen die aan het experimenteren zijn met nieuw onderwijs. Daar moet een versnelling in komen. Naast de basisopleiding moet er weer meer werk gemaakt worden van omscholing en van het creëren van arbeidsethos. De banenmotor functioneert niet, maar kan door actieve sturing weer op gang komen.

‘Als opslagbedrijven van (chemische) maken we onderdeel uit van de chemische keten en zijn daarmee deels afhankelijk van een goed functionerende industrie en maatschappij. We hopen dan ook, dat ons pleidooi voor een integrale aanpak tot politieke daadkracht aanzet en de handschoen in 2015 opgepakt gaat worden.’

De Vereniging Nederlandse Chemische Warehousingbedrijven bruist van de energie.

De Vereniging Nederlandse heeft haar plannen voor 2013 gereed en het betreft een ambitieus programma waarbij de energie er van af spat. De vereniging gaat haar communicatie een flinke impuls geven met het opnieuw vorm geven van haar website, het samenstellen van een kennisbank; welke samen het platform van de chemische logistiek moeten gaan worden. Daarnaast gaat de vereniging diverse projecten opstarten zowel nationaal als internationaal. Het vormen van regionale kenniskringen, het presenteren van de Nederlandse Chemielogistiek in het buitenland horen daar bij. De positieve energie gaat zich dit jaar zeker vertalen in nog meer succes voor de VNCW en haar leden.