Implementatie handleiding Uniforme benadering Seveso-zorgbedrijven

Eind 2023 startte SEVESO+ een project om de aanwijzing van zorgbedrijven verder uit te werken. Dit resulteerde in de handleiding Uniforme werkwijze zorgbedrijven, waarin het proces en de criteria uit het implementatieplan Zorgbedrijven 2021 zijn aangescherpt.

De handleiding is ontwikkeld door een projectteam van Seveso-omgevingsdiensten en afgestemd met SEVESO+-inspectiepartners. Eind 2024 werd deze in regionale managementoverleggen toegelicht en officieel vastgesteld. Alle inspectiepartners hebben afgesproken volgens deze handleiding te werken.

Belangrijke wijzigingen zijn onder andere:

  • Een duidelijke definitie van een zorgbedrijf binnen de Seveso-regelgeving.
  • Uniforme landelijke afspraken over inspectie en besluitvorming.
  • Concretere criteria voor de aanwijzing van een zorgbedrijf.
  • Overzichtelijke stroomschema’s voor besluitvorming en communicatie.
  • Aanpassingen conform de Omgevingswet en het Besluit activiteiten leefomgeving.

Deze handleiding biedt meer transparantie en uniformiteit in de werkwijze rondom Seveso-zorgbedrijven.

Lees verder op seveso-plus.nl

 

FOD informatienota cyberaanvallen op Seveso-bedrijven

De Afdeling van het toezicht op de chemische risico’s van het FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg heeft een informatienota uitgegeven aangaande de impact van cyberaanvallen op de preventie van zware ongevallen. Hierbij wordt aandacht besteedt aan de invloed van cyberdreigingen op de veiligheid van procesinstallaties. In de nota staan een aantal maatregelen om dit soort cyberaanvallen te voorkomen en de impact hiervan te beperken.

De informatienota is terug te vinden op de website van het FOD.

Lees verder op werk.belgie.be

RIVM analyse van incidenten met gevaarlijke stoffen bij Seveso-inrichtingen 2024

Het RIVM onderzoekt jaarlijks de aard, omvang en oorzaken van incidenten bij Nederlandse Seveso-inrichtingen (voorheen Brzo-bedrijven). Dit jaar zijn vijftien incidenten geanalyseerd.

Zoals eerdere analyses al aantoonden, zijn veel incidenten te voorkomen. Bedrijven zijn verantwoordelijk voor goed onderhouden installaties en veilige werkomstandigheden voor hun medewerkers. Leren van incidenten en passende maatregelen nemen is daarom essentieel.

Dit jaar is ook een overzicht gemaakt van twintig jaar incidentenonderzoek. Hieruit blijkt dat er niet één groep maatregelen is die alle incidenten kan voorkomen. Toch zijn er terugkerende problemen: bij de helft van de incidenten worden afwijkingen niet opgemerkt, procedures worden vaak niet correct gevolgd, en risico’s vooraf inschatten blijft lastig. De database met incidenten biedt waardevolle inzichten.

Bij de vijftien recente incidenten kwam dertien keer een gevaarlijke stof vrij. Eén keer explodeerde een installatie en één keer ontstond brand na een lekkage. Vier mensen raakten gewond.

In tien gevallen bleek de installatie niet in orde. Bij de helft van de incidenten werden afwijkingen van veilige procesomstandigheden niet op tijd opgemerkt. Ook schoten in elf gevallen de plannen en procedures tekort, soms omdat risico’s niet vooraf waren ingeschat of instructies niet goed werden gecontroleerd.

Lees verder op rivm.nl

 

Gevaarlijke stoffen in het jaarplan 2025 van de Nederlandse Arbeidsinspectie

De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft haar jaarplan voor 2025 gepubliceerd. In dit plan wordt uiteraard ook aandacht besteed aan de programma’s ‘Blootstelling aan Gevaarlijke stoffen’ en ‘Major Hazard Control’. Onderstaande tekst – overgenomen uit het Jaarplan 2025 – betreft deze programma’s.

 

Programma Blootstelling aan Gevaarlijke Stoffen

Het doel van het programma is om werkgevers duurzaam werk te laten maken van het beschermen van hun werknemers tegen schadelijke blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Het programma is gericht op de risicovolste stoffen, zoals kankerverwekkende, mutagene, reprotoxische en sensibiliserende stoffen.

Het toezicht in dit programma is gericht op doelgroepen, sectoren en werkgevers met de grootste risicopopulatie en waar de blootstelling het grootst en/of de beheersing daarvan matig is. Verder worden meldingen en ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen een rol spelen behandeld.

Interventies in 2025

  • Het programma zet een mix aan interventies in bij onder meer luchthavens, metaal-, hout-, timmer- en meubelindustrie en industriële schoonmaak.
  • Dieselmotoremissie (DME) is een kankerverwekkende stof en veroorzaakt de hoogste mate van werk­ gerelateerde ziektelast. Blootstelling komt bovendien voor in uiteenlopende sectoren van de arbeidsmarkt. Het programma zet verdere stappen om diverse stakeholders, zoals brancheorganisaties, te informeren over de gezondheidsrisico’s van DME. Daarnaast wordt een mix aan interventies ingezet om het naleefgedrag van werkgevers te verbeteren.
  • Op basis van de resultaten van de inspecties op blootstelling aan gevaarlijke stoffen bij Seveso-inrichtingen (voorheen Brzo-bedrijven) zet het programma in op het verbeteren van de naleving bij bedrijven die nog achterblijven in de beheersing van dit risico. Ook wordt een nieuw project gestart met als doel werkgevers meer verantwoordelijkheid te laten nemen om blootstelling aan gevaarlijke stoffen terug te dringen.

 

Programma Major Hazard control (MHC)

Met dit programma houdt de Arbeidsinspectie toezicht op de acute risico’s van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen bij Seveso-inrichtingen en bedrijven die onder de ARIE-regeling vallen. Dat zijn bedrijven waar met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. Als er bij deze bedrijven iets misgaat, kan dat grote gevolgen hebben voor de gezondheid en veiligheid van werknemers. Daarom moeten deze bedrijven specifieke maatregelen nemen om de risico’s van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen te voorkomen of de gevolgen daarvan zoveel mogelijk te beperken.

Interventies 2025

  • Het programma voert ook komend jaar de Seveso-inspecties gezamenlijk uit met de andere toezichthouders. Dat gaat om ten minste 90% van de geplande periodieke Seveso-inspecties en het verwerken van alle ongevalsmeldingen van Seveso-inrichtingen. Er is extra aandacht voor de groep zorgbedrijven. Bij matig presteren vindt bij hen meer toezicht plaats, bijvoorbeeld met onaangekondigde inspecties of een bestuurlijk gesprek.
  • Er wordt ook ingezet op voorlichting over wet- en regelgeving tijdens bijeenkomsten van brancheverenigingen om naleving te verhogen. Dit is een voortzetting van communicatieactiviteiten in 2024, die gezien de grote interesse voorziet in een behoefte bij de doelgroepen.
  • Voor het toezicht op de zogenoemde ARIE-bedrijven zet het programma in op een mix van interventies om naleving van wet- en regelgeving te bevorderen. Jaarlijks wordt een derde van deze bedrijven geïnspecteerd en alle ongevalsmeldingen worden verwerkt in overeenstemming met de daarvoor vastgestelde procedures. Voor de inspecties wordt gebruik gemaakt van een nieuw ontwikkelde methodiek met een beoordeling van de maatregelen om zware ongevallen te voorkomen.

 

Het volledige Jaarplan 2025 van de Nederlandse Arbeidsinspectie is terug te vinden op nlarbeidsinspectie.nl

Jaarverslag BRZO+ 2023 gepubliceerd

Het jaarverslag van samenwerkingsverband BRZO+ (sinds 2024 ‘Seveso+’) is gepubliceerd. In dit jaarverslag geeft de organisatie naast de resultaten van de in 2023 uitgevoerde Brzo-inspecties ook terugkoppeling op de door hen uitgevoerde activiteiten.

De algemene conclusies van de verzamelde gegevens zijn als volgt:

  • De Brzo-inspectiediensten voldoen aan de kwantitatieve prestatie-indicatoren die zijn vastgesteld.
  • Er waren 16% meer Brzo-bedrijven met overtredingen. Ook het aantal overtredingen is toegenomen (met 23%) bij een vergelijkbaar aantal geïnspecteerde bedrijven.
  • De inspectieresultaten tonen dat de categorie 1- en 2-overtredingen door de jaren heen vrij stabiel blijven, terwijl het aantal categorie 3-overtredingen in het laatste jaar met ruim 26% zijn toegenomen. Dit wordt in ieder geval in het najaar besproken met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven.
  • De aantallen en percentages van Brzo-bedrijven met en zonder afwijkingen en overtredingen per bedrijfssector komen op hoofdlijnen overeen met 2022.
  • Het aantal lagedrempelbedrijven met overtredingen is nagenoeg gelijk gebleven in vergelijking met 2022. Het aantal hogedrempelbedrijven met overtredingen is gestegen met 22%.
  • Het aantal zorgbedrijven is toegenomen met drie bedrijven. Van één bedrijf is aan het eind van 2023 de status van zorgbedrijf ingetrokken. In 2023 hadden 14 bedrijven op enig moment de status zorgbedrijf.

(Bron: seveso-plus.nl)

Het volledige jaarverslag is terug te vinden op de website van Seveso+.

Lees verder op seveso-plus.nl

 

DCMR bevindingen ongewone voorvallen bij Seveso-bedrijven

De resultaten van DCMR’s jaarlijkse onderzoek naar ongewone voorvallen bij Seveso-bedrijven in 2023 zijn nu beschikbaar. Het gaat hier om afwijkende gebeurtenissen die een behoorlijke impact op de omgeving kunnen hebben, zoals lekkages van gevaarlijke stoffen.

Het aantal meldingen van ongewone voorvallen is de afgelopen jaren gestegen. Waar dit in 2015 een krappe 35% bedroeg is het in 2023 gestegen naar 52%. Het risico op een voorval verschilt uiteraard per branche en soort bedrijf. In 2023 zijn in totaal 3893 ongewone voorvallen bij Seveso-bedrijven geregistreerd. Het ging hier om 211 bedrijven met en zonder maatwerkafspraken. Van het aantal geregistreerde ongevallen ging het in de meeste gevallen (65%) om lekkage/emissie naar lucht.

DCMR geeft aan door de analyses extra aandacht te kunnen besteden aan bedrijven met relatief veel meldingen, maar ook juist aan bedrijven met bijna geen meldingen.

De factsheet over het onderzoek is terug te vinden op de website van de DCMR.

Lees verder op dcmr.nl

 

Seveso discussiedocument ‘Beperken van schade door explosie’ nu online

De Belgische Seveso-inspectiediensten hebben een inspectie-document ontwikkeld om na te gaan of de exploitant de nodige maatregelen heeft genomen om de schadelijke gevolgen van een explosie te beperken. Gedurende een periode van twee maanden is het mogelijk om opmerkingen/suggesties aangaande het document door te geven aan de inspectiediensten. Het inspectiedocument is hier te downloaden.

Lees verder op werk.belgie.be

 

Eindrapport studie ‘Gebiedsgericht beoordelingskader Seveso’ beschikbaar

Het Departement Omgeving (Vlaanderen) heeft een studie laten uitvoeren om een beoordelingskader uit te werken voor een gebiedsgerichte risicobenadering voor ontwikkelingen in de buurt van Seveso-inrichtingen. Op dit moment bestaat er geen bruikbaar beoordelingskader voor de ruimtelijke ordening rondom Seveso-inrichtingen.

Het beoordelingskader is erop gericht om risico’s in de omgeving van Seveso-beddrijven zoveel mogelijk te beperken en beheersen zoals bedoeld in artikel 13 van de Seveso-richtlijnen.

Het eindrapport van de studie is te downloaden op de website van het Departement Omgeving.

Lees verder op omgeving.vlaanderen.be

 

De impact van cyberaanvallen op de preventie van zware ongevallen

Het FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg heeft een nieuw discussiedocument gepubliceerd: ‘De impact van cyberaanvallen op de preventie van zware ongevallen’.

Het document is opgesteld door de Afdeling van het toezicht op de chemische risico’s omdat zij aandacht willen vragen voor het feit dat bij preventie van zware ongevallen ook – vanuit de invalshoek procesveiligheid – naar cybersecurity gekeken moet worden. Cyberbedreigingen kunnen de veiligheid van procesinstallaties namelijk op verschillende manieren beïnvloeden (bijvoorbeeld door het verstoren van controle en beveiligingssystemen).

Het is tot 31 augustus mogelijk om opmerkingen aangaande het document door te geven aan de federale overheidsdienst.

Lees verder op werk.belgie.be

 

Onderzoek indirecte risico’s Seveso-inrichtingen Vlaanderen

Studiebureau Vinçotte NV zal in opdracht van het Team Omgevingseffecten van het Departement Omgeving Vlaanderen onderzoek doen naar de indirecte risico’s bij Seveso-inrichtingen.

Aanleiding voor het onderzoek is dat in Vlaanderen de indirecte risico’s voor deze inrichtingen op een niet uniforme wijze behandeld worden, zowel voor wat betreft het bepalen van de risico’s als het beoordelen hiervan. Er wordt gezocht naar een pragmatische aanpak om de indirecte risico’s op basis van veiligheidsrelevantie mee te kunnen nemen in de besluitvorming.

Het onderzoek zal in maart 2024 starten.

Lees verder op omgeving.vlaanderen.be