Jaarverslag BRZO+ 2023 gepubliceerd

Het jaarverslag van samenwerkingsverband BRZO+ (sinds 2024 ‘Seveso+’) is gepubliceerd. In dit jaarverslag geeft de organisatie naast de resultaten van de in 2023 uitgevoerde Brzo-inspecties ook terugkoppeling op de door hen uitgevoerde activiteiten.

De algemene conclusies van de verzamelde gegevens zijn als volgt:

  • De Brzo-inspectiediensten voldoen aan de kwantitatieve prestatie-indicatoren die zijn vastgesteld.
  • Er waren 16% meer Brzo-bedrijven met overtredingen. Ook het aantal overtredingen is toegenomen (met 23%) bij een vergelijkbaar aantal geïnspecteerde bedrijven.
  • De inspectieresultaten tonen dat de categorie 1- en 2-overtredingen door de jaren heen vrij stabiel blijven, terwijl het aantal categorie 3-overtredingen in het laatste jaar met ruim 26% zijn toegenomen. Dit wordt in ieder geval in het najaar besproken met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven.
  • De aantallen en percentages van Brzo-bedrijven met en zonder afwijkingen en overtredingen per bedrijfssector komen op hoofdlijnen overeen met 2022.
  • Het aantal lagedrempelbedrijven met overtredingen is nagenoeg gelijk gebleven in vergelijking met 2022. Het aantal hogedrempelbedrijven met overtredingen is gestegen met 22%.
  • Het aantal zorgbedrijven is toegenomen met drie bedrijven. Van één bedrijf is aan het eind van 2023 de status van zorgbedrijf ingetrokken. In 2023 hadden 14 bedrijven op enig moment de status zorgbedrijf.

(Bron: seveso-plus.nl)

Het volledige jaarverslag is terug te vinden op de website van Seveso+.

Lees verder op seveso-plus.nl

 

DCMR bevindingen ongewone voorvallen bij Seveso-bedrijven

De resultaten van DCMR’s jaarlijkse onderzoek naar ongewone voorvallen bij Seveso-bedrijven in 2023 zijn nu beschikbaar. Het gaat hier om afwijkende gebeurtenissen die een behoorlijke impact op de omgeving kunnen hebben, zoals lekkages van gevaarlijke stoffen.

Het aantal meldingen van ongewone voorvallen is de afgelopen jaren gestegen. Waar dit in 2015 een krappe 35% bedroeg is het in 2023 gestegen naar 52%. Het risico op een voorval verschilt uiteraard per branche en soort bedrijf. In 2023 zijn in totaal 3893 ongewone voorvallen bij Seveso-bedrijven geregistreerd. Het ging hier om 211 bedrijven met en zonder maatwerkafspraken. Van het aantal geregistreerde ongevallen ging het in de meeste gevallen (65%) om lekkage/emissie naar lucht.

DCMR geeft aan door de analyses extra aandacht te kunnen besteden aan bedrijven met relatief veel meldingen, maar ook juist aan bedrijven met bijna geen meldingen.

De factsheet over het onderzoek is terug te vinden op de website van de DCMR.

Lees verder op dcmr.nl

 

Seveso-omgevingsdiensten nieuwe naam voor Brzo-omgevingsdiensten

Met de ingang van de Omgevingswet op 1 januari van dit jaar hebben de Brzo-omgevingsdiensten een nieuwe naam: Seveso-omgevingsdiensten. In de Omgevingswet worden Brzo-bedrijven (Besluit Risico’s Zware Ongevallen) nu ook aangeduid als ‘Seveso-inrichtingen’. ‘Seveso’ verwijst naar een Noord-Italiaanse gemeente waar in 1976 een grote ontploffing in een chemische fabriek plaatsvond en wat geleid heeft tot een Europese richtlijn om het risico op industriële ongevallen te verkleinen.

Een video over de Seveso-omgevingsdiensten is terug te vinden op YouTube.

Lees verder op odnzkg.nl

 

RIVM analyse incidenten met gevaarlijke stoffen bij Brzo-bedrijven 2023

Het RIVM heeft haar rapport over incidenten met gevaarlijke stoffen bij Brzo-bedrijven in 2023 gepubliceerd. In de analyse worden 15 incidenten verder toegelicht. Doel van het rapport is te leren van incidenten die voorgekomen zijn en maatregelen te treffen om soortgelijke incidenten te voorkomen.

Bij acht van de vijftien incidenten waren de factoren waarmee processen onder controle worden gehouden niet in orde. Denk hierbij aan druk, chemische reacties of temperatuur. Bij veertien incidenten misten er plannen en procedures voor de werkzaamheden of waren deze niet afdoende.

In de volgende editie van Chemische Logistiek Magazine zal een artikel van het RIVM over dit onderwerp terug te vinden zijn.

Lees verder op rivm.nl

 

Staat van de veiligheid 2022 over risicovolle industrie gepubliceerd

Op 4 oktober heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat de Staat van de Veiligheid (SvdV) 2022 aangeboden aan de Tweede Kamer. De SvdV is een overkoepelende rapportage van de beschikbare rapportages over het Brzo 2015 en bevat monitorings- en toezichtinformatie van de toezichthouders, overheden en bedrijfsleven. Het rapport geeft een beeld van de verschillende inspanningen van de Nederlandse Brzo-bedrijven op het gebied van veiligheid.

Van de 415 Brzo-bedrijven die in 2022 actief waren zijn er 390 geïnspecteerd voor de SvdV. Het aantal bedrijven met overtredingen (55% in 2022 t.ov. 60% in 2021) en het aantal overtredingen zelf is gedaald t.o.v. 2021.

De SvdV 2022 is te downloaden via de website van de Rijksoverheid.

Lees verder op dcmr.nl

 

Analyse van incidenten met gevaarlijke stoffen bij BRZO-bedrijven 2022

Ieder jaar analyseert het RIVM de aard, omvang en oorzaak van incidenten bij bedrijven die in Nederland met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen werken. In totaal zijn voor 2022 twaalf incidenten geanalyseerd, waarbij op verschillende onderdelen zaken mis gingen.

De rapportage maakt deel uit van de opdracht van het SZW om incidenten die door de Nederlandse Arbeidsinspectie zijn onderzocht te analyseren.

Kijk voor de resultaten van het onderzoek op rivm.nl

 

VNCW gaat Best practice Veiligheidsbeheerssystemen opstellen

Veel bedrijven die deel uitmaken van de logistieke keten kunnen hun veiligheidscultuur en de omgevingsveiligheid sterk verbeteren door een Veiligheidsbeheerssysteem (VBS) op te stellen en in te voeren. En juist deze logistiek vindt het heel lastig om een dergelijk systeem met alle onderdelen op te stellen. Dit mede omdat het BRZO (Besluit risico’s zware ongevallen) dat dit als verplichting voorschrijft zich veelal richt op de (proces)industrie.

Doel van de Best practice is het verduidelijken van de elementen voor de bedrijven in de chemie logistiek, een meer gestructureerde denkrichting te introduceren en de veiligheidscultuur binnen de bedrijven naar de omgeving te vergroten. Secundair doel is ook gelijk het beste naar boven te halen; het gestructureerd denken en handelen op het gebied van veiligheid. De combinatie levert meer inzicht op in welke wijze de verschillende elementen van een VBS op elkaar ingrijpen. Het zal er voor zorgen dat de veiligheid in de hele keten sterk verbeterd wordt.

Binnen dit project wordt allereerst geïnventariseerd welke verschillende voorbeelden voor ieder VBS-element er zijn. Niet alleen in procedures, maar ook in veiligheidsstudies. In de volgende fase wordt een basisopzet van de Best practice gemaakt en worden de verplichte onderdelen per element gedefinieerd. In de daarop volgende fase wordt de Best practice verder uitgeschreven en worden voorbeelden toegevoegd.

In een aansluitend project zal de best practice als ‘kapstok’ dienen om data van de VBS-elementen bij verschillende bedrijven te verzamelen. Ook de rest van de keten (klanten en toeleveranciers) zal daarbij betrokken worden. De olievlekwerking van dit project zal hiermee een nog grotere versterking van de veiligheid binnen de logistieke keten opleveren. Het project waaraan een aantal bedrijven en branchevereniging VNCW deelnemen wordt ondersteund door de overheid in het kader van de SVO regeling.

Bedrijven, overheden en instellingen worden gevraagd deel te nemen aan een inventariserende enquête: www.vncw.nl/VBS2022

Nieuwe ARIE-regeling in aantocht

Per 1 juli 2022 gaat in Nederland naar alle waarschijnlijk de huidige ARIE-regeling wijzigen. Recent is de internetconsultatie van de nieuwe ARIE-regeling afgerond. Reden van herziening is dat de regelgeving op een aantal punten niet goed handhaafbaar en gebruikersonvriendelijk is, waardoor de veiligheid en gezondheid van werknemers onvoldoende gewaarborgd kan worden. Deze punten zijn met name de complexe aanwijssystematiek, geen aansluiting op CLP en de overlap met het Brzo 2015. Met de aankomende herziening moet worden bereikt dat bedrijven de ARIE beter kunnen naleven en dat deze beter kan worden gehandhaafd en de veiligheid van werknemers beter gewaarborgd wordt.

Een concept-wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit en de daarbij behorende nota van toelichting en gevaarlijke stoffen lijst hebben een tijdje ter inzage gelegen. De teksten zullen bij het definitief worden samengevoegd tot één ontwerpbesluit. Hierin wordt beschreven welke bedrijven en inrichtingen ARIE-plichtig zijn, op basis van drempelwaarden gelinkt aan een CLP-categorie (Classification, Labelling and Packaging) of een specifieke stof.

Het doel van de ARIE-regeling is om bedrijven en inrichtingen die met een bepaalde mate van gevaarlijke stoffen werken en daardoor een hoog intern risico voor de veiligheid of gezondheid van de werknemer kennen, maar niet binnen de scope van het Brzo 2015 (SEVESO) vallen, alsnog via de ARIE-regeling gelijksoortige verplichtingen op te leggen. Het uiteindelijke doel van de ARIE-verplichtingen is het behouden en verbeteren van de werknemersveiligheid en -gezondheid.

 

Meer informatie is beschikbaar via VNCW Consultants: www.vncw-consultants.nl

Teleurstellend onderzoek Algemene rekenkamer over bedrijven die werk en met gevaarlijke stoffen

‘De aanpak van milieucriminaliteit en -overtredingen is ontoereikend’; trekt de Algemene rekenkamer als conclusie, met ‘als belangrijke oorzaak het ontbreken van goede, betrouwbare data over de uitkomsten van inspecties bij de bedrijven die met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen werken’. ‘Een over het algemeen teleurstellend onderzoek en rapportage’; aldus Luciën Govaert van de VNCW, de branchevereniging van de chemische keten. ‘het is wederom makkelijk wijzen naar bedrijven in de werken met gevaarlijke stoffen en van achter een bureau conclusies te trekken terwijl er door deze bedrijven op dagelijkse basis serieus werk van veiligheid gemaakt wordt’.

In de rapportage wordt aangegeven dat toezichthouders, handhavers en de verantwoordelijke bewindslieden in het duister tasten. ‘De rapportages en bevindingen met alle bevindingen worden al overzichtelijk gepresenteerd’; aldus de VNCW. ‘Daarbij zijn alle bevindingen openbaar en voor iedere Nederlander te raadplegen’.  De branchevereniging vraagt zich juist eerder af of er niet al te veel aan informatie openbaar staat en zit zeker niet te wachten op meer informatiebronnen. ‘We zijn zeker voor transparantie, maar iedereen die kwaad wil kan inmiddels steeds meer bij wat en waar. Dat terwijl de fysieke dreiging en dreiging via cybercriminaliteit voortdurend afgeweerd moet worden en juist voor meer risico’s zorgen’.

Volgens het onderzoek worden inspecties niet risicogericht gehouden, maar bedrijven ervaren zelf wel degelijk intensiever bezocht te worden wanneer overtredingen geconstateerd zijn en vinden er actieve nacontroles plaats. ‘Vervolgens wordt de conclusie getrokken dat bij het merendeel van de bedrijven nauwelijks inspecteurs langs komen, terwijl bij tientallen van deze bedrijven het risico op een overtreding hoog is. Dat klopt; bedrijven die er alles aan doen om de veiligheid hoog te houden worden minder bezocht dan bedrijven die het minder doen. Met corona is het wellicht wat minder intensief geweest, maar risicovolle bedrijven worden tenminste jaarlijks door een overheid bezocht. Het toezicht vanuit de overheid ligt in Nederland al beduidend hoger dan die van ons omringende landen’; aldus de VNCW.

In de rapportage wordt veelvuldig het woord ‘milieucriminaliteit’ genoemd, terwijl bedrijven en medewerkers werkzaam in de chemische keten in Nederland niet met dit soort termen geassocieerd willen worden. Op dagelijkse basis wordt door heel veel professionals werk gemaakt van veiligheid en staat de zorg voor het milieu hoog in het vaandel. ‘We zijn als sector voortdurend druk in de weer om risico’s naar nul te leiden en dat vraagt om aandacht.  De aandacht die de Algemene rekenkamer met deze rapportage geeft gaat in ieder geval niet leiden tot een positieve aanpak’.

Best practice Prestatie-indicatoren voor PGS15 – en BRZO bedrijven gelanceerd

Tijdens de 8e editie van de Chemiebeurs op 28 September 2016 presenteerde de VNCW; de vereniging voor de PGS15 opslagen de ‘Best practice Prestatie-indicatoren voor PGS15 – en BRZO bedrijven’. Deze best practice richt zich met name op de bedrijven die zich bezig houden met het opslaan van verpakte gevaarlijke stoffen, maar ook op de bedrijven die grotere hoeveelheden gevaarlijke stoffen in hun magazijnen hebben liggen en onder het BRZO vallen.

Het afgelopen jaar is door een projectgroep hard gewerkt aan de Best practice. De uitkomst van het project werd gebundeld en werd tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de chemische keten overhandigd door één van de projectdeelnemers, Léon Smolders aan Jan van Nies van de DCMR. Deze laatste gaf in een korte toespraak aan dat hij met vreugde het plan in ontvangst nam en het als een bijzonder initiatief zag om de branche naar een hoger plan te tillen.

In de Best practice vormt de PGS15 de kern van de prestatie indicatoren, waarbij een onderverdeling is gemaakt naar gebouwen, inrichting en organisatie. Voor de BRZO bedrijven zijn daar om heen nog per VBS elementen extra indicatoren toegevoegd. Met deze indicatoren is een leidraad gegeven aan de hand waarvan bedrijven hun eigen set aan indicatoren kunnen vaststellen.

De best practice Prestatie-indicatoren is terug te vinden op de site van de VNCW: https://www.vncw.nl/VNCW-Best-practice-Prestatatie-indicatoren.pdf