SEVESO bedrijven dienen over een VBS (Veiligheidsbeheersysteem) te beschikken. Het VBS dient afgestemd te zijn op de gevaren, de werkzaamheden en de complexiteit van de organisatie in de inrichting en geeft invulling aan het preventiebeleid voor zware ongevallen. Hieronder staat een korte beschrijving van de elementen van een VBS.
Element i – de organisatie en het personeel
Dit element omvat de organisatie en het personeel in relatie tot de beheersing van de risico’s op zware ongevallen. Het beleid ten aanzien van eigen personeel en van derden is vastgelegd. De verbanden tussen de functies komen tot uiting in een organogram. Opleidings- en ervaringseisen kunnen naast taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden weergegeven in functieomschrijvingen. Onderdeel van opleidingen is het bevorderen van het (veiligheids)bewustzijn van het personeel. Nieuwe- en herhalingsopleidingen kunnen worden geborgd in een opleidingsmatrix. Opleidings- en ervaringseisen van derden zijn in functie- of taakomschrijvingen vastgelegd of in contracten beschreven. Communicatie over de beheersing van de risico’s op zware ongevallen en het PBZO is vastgelegd in bijvoorbeeld vergader-verslagen. Aan de genoemde documenten liggen procedures ten grondslag die beschrijven hoe men tot deze documenten is gekomen, inclusief de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden.
Element ii – de identificatie en beoordeling van de gevaren van zware ongevallen
Dit element gaat over de identificatie en beoordeling van de gevaren. Het is de basis van een VBS. Voor de identificatie van de gevaren zijn passende veiligheidsstudies uitgevoerd. Of een veiligheidsstudie passend is hangt af van het type installatie. Voor aanvang van een veiligheidsstudie is alle benodigde informatie met betrekking tot de processen, installaties, stoffen, de organisatie, de locatie en de omgeving beschikbaar. Deze informatie is actueel. De veiligheidsstudies borgen dat de identificatie van de gevaren op een gestructureerde wijze verloopt aan de hand van bijvoorbeeld brainstormsessies. Het vastleggen van de resultaten van de veiligheidsstudies is navolgbaar. Voor de beoordeling van de risico’s gebruikt men meestal de risicomatrix uit het PBZO. Andere methodieken zijn toegestaan, mits het verband met de beginselen van het beleid is geborgd. Indien risico’s te hoog zijn, zijn er adequate maatregelen bepaald en getroffen. Hoe men tot de keuze van een veiligheidsstudie en een risicobeoordeling komt, de benodigde informatie, en de eisen die worden gesteld aan de deelnemers, het verloop, inclusief de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, zijn geborgd in procedures.
Element iii – de controle op de exploitatie
De beheersing van normale werkzaamheden en onderhoudswerkzaamheden, inclusief de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, is geborgd in procedures en werkinstructies. De procedures hebben betrekking op de veiligheidsvoorzieningen die aangebracht zijn tijdens normale bedrijfsvoering, onderhoud, bij tijdelijke onderbrekingen, alarmbeheer, storingen en ook op het beheersen van de risico’s die samenhangen met de veroudering van apparatuur. Hieronder vallen procedures voor overdracht, schoon en droog opleveren en lock-out-tag-out, afhankelijk van het soort activiteiten en installaties op de inrichting. De kritische technische maatregelen zijn minimaal onderdeel van een onderhoudsmanagementsysteem. Er is een werkvergunningsysteem geïmplementeerd. Toezicht wordt gehouden op alle werkzaamheden in de normale bedrijfsvoering, onderhoud, en bij tijdelijke onderbrekingen. Het onderhoudsmanagementsysteem behoort ook tot dit element en is erop gericht om systeem-falen te doen verminderen.
Element iv – de wijze waarop wordt gehandeld bij wijzigingen
Wijzigingen die gerelateerd zijn aan veiligheid, zijn gestructureerd uitgevoerd. Het gaat hierbij om permanente, tijdelijke en noodwijzigingen. Onderdeel van elke wijziging is een passende veiligheidsbeoordeling, bijvoorbeeld een veiligheidsstudie. Element iv is dan ook nauw gerelateerd aan element ii. Tevens zijn de wijzigingen in wet- en regelgeving, stand der wetenschap en kennis met betrekking tot zware ongevallen uit ongevalsonderzoek bekend en zijn aanpassingen aan het VBS en/of installaties uitgevoerd. Wijzigingen zijn geborgd met procedures, waarin taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn vastgelegd.
Element v – de planning voor noodsituaties
Uitgangspunt voor element v zijn de veiligheidsstudies van element ii. Van de veiligheidsstudies zijn de noodsituaties afgeleid, zodat een passende noodorganisatie is gevormd. Het onderkennen van een systematische analyse van de voorzienbare noodsituaties is vastgelegd in procedures. De noodorganisatie is vastgelegd in een noodplan. In het noodplan zijn naast de noodscenario’s ook de bedrijfshulpverleningsorganisatie, de opleiding en oefening hiervan, en de interne alarmering, inclusief taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, vastgelegd. Het personeel dat betrokken is bij de installatie is geoefend op ingrijpen in de processen bij noodsituaties. Tevens heeft de noodorganisatie aansluiting gezocht met externe hulpverlening in de vorm van overleg en gezamenlijke oefeningen.
Element vi – het toezicht op de prestaties
Dit element is tweeledig. Enerzijds gaat het over het in kaart brengen van de prestaties van het VBS, anderzijds behelst dit element ongevalsonderzoek. Aan de hand van bijvoorbeeld prestatie-indicatoren is een beeld gevormd hoe het VBS functioneert, zodat tijdig bijgestuurd is om zware ongevallen te voorkomen. Aantoonbare veiligheidsronden geven ook een indruk over het functioneren van het VBS. Indien er een (bijna-)ongeval plaatsvindt, moet met een passende onderzoeksmethodiek worden onderzocht wat de (basis)oorzaak was, zodat passende maatregelen kunnen worden genomen om een soortgelijk zwaar ongeval in de toekomst te voorkomen. Het bovenstaande is geborgd in procedures, inclusief taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, waarin tevens de melding aan het bevoegd gezag is vastgelegd (zie ook hoofdstuk 7 Melden van ongevallen).
Element vii – controle en analyse
Aan de hand van een procedure voor audits controleren onafhankelijke en opgeleide auditoren het gehele VBS op doeltreffendheid en deugdelijkheid. Onafhankelijke auditoren kunnen zowel intern als extern werkzaam zijn en hebben geen directe betrokkenheid met het te auditeren onderwerp. Tezamen met de informatie uit element vi, wordt in de managementreview het functioneren van het gehele VBS in beeld gebracht en aan de hand van de resultaten worden jaarlijks de doelen bijgesteld en verbeteringen doorgevoerd. Door procedures, inclusief taken, verantwoordelijk-heden en bevoegdheden, zijn deze processen geborgd
Kijk voor advies inzake het opstellen van VBS procedures bij VNCW Consultants of kijk bij de Leveranciers van de VNCW.
Ook op de leverancierspagina van de VNCW? Wordt geassocieerd lid!
Dit kennisdocument is een initiatief van VNCW Vereniging en VNCW Consultants.